Archives

‘Het voelt toch een beetje als dood door schuld’

Internist Peter de Leeuw, tevens hoofdredacteur van het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, blikt terug op een ernstig incident waarbij hij was betrokken. ‘Na dat telefoontje had ik natuurlijk even moeten stoppen voordat ik een besluit nam. In plaats daarvan ging ik maar door.’

Auteur: Matthijs Buikema
Fotograaf: Raphaël Drent

‘Soms heb je van die momenten dat ineens alles samenvalt. Dat gebeurde die avond. Ik werd gebeld. Er was iets in mijn familie gebeurd, waar ik behoorlijk van ontdaan raakte. Tegelijkertijd stond er een verpleegkundige naast me met een probleem en werd me de buikoverzichtsfoto voorgehouden die ik had aangevraagd voor een patiënt met onbegrepen klachten. Ik heb er een blik op geworpen, kon niets bijzonders ontdekken en heb verder geen actie ondernomen. De volgende ochtend is deze patiënt overleden, nog tijdens mijn dienst.

Niet opgelet
Uit de obductie bleek dat de patiënt was overleden aan een maagperforatie. Toen we de buikoverzichtsfoto erbij haalden die ik de vorige avond had beoordeeld, was vrije lucht in de buik te zien. Je moest goed kijken, maar het was zichtbaar. Ik had er zeker door getriggerd moeten worden en moeten ingrijpen. Dan zak je door de grond. Ik had mijn hoofd er niet bij gehad. Na dat telefoontje had ik natuurlijk even moeten stoppen voordat ik een besluit nam. In plaats daarvan ging ik maar door. En dat was niet het enige. Voordat ik de buikoverzichtsfoto liet maken, had ik de bloeduitslagen van de patiënt bekeken. Daaruit kwam een beetje

acidose

Acidose is een abnormaal zure toestand van het bloed veroorzaakt door ophoping van zuren of verlies van alkali.

naar voren, het bloed was te zuur.

Ik kon dat niet goed rijmen met de klachten van de man en heb er vervolgens niets mee gedaan. Ik heb er zelfs niet meer aan gedacht. Als ik beter had opgelet, was het overlijden van deze man misschien wel te vermijden geweest. Dat besef kwam hard aan. Natuurlijk, ik was een derdejaars aios en had dit ziektebeeld nog nooit gezien. Mijn achterwacht was er niet en die belde je in die tijd ook niet zo snel. Maar feit is dat die man meer kans had gehad als ik geconcentreerd naar die foto had gekeken. Als ik had gedaan wat ik had moeten doen. Het voelt daarom toch een beetje als dood door schuld.’

‘Als je een ernstige fout hebt gemaakt, ben je de rest van je leven gefocust op soortgelijke situaties. Dat is het voordeel van een incident’

Geen consequenties
‘Het stomme is dat er verder niet zoveel mee werd gedaan. Er bestonden nog geen meldingscommissies en mijn supervisor kwam er niet speciaal voor naar het ziekenhuis. Later hebben we de doodsoorzaak wel even besproken, maar aan mijn handelen zijn verder geen consequenties verbonden. Het was een gegeven: er stierven nou eenmaal patiënten. Patiëntveiligheid was nog helemaal niet aan de orde. Ik ben ook niet opgevangen, hoewel ik het vreselijk vond wat me was overkomen. Iedereen verwerkte zijn eigen problemen.

004rd_peter_de_leeuwAls je een ernstige fout hebt gemaakt, ben je de rest van je leven gefocust op soortgelijke situaties. Dat is het voordeel van een incident. Ik heb later nog wel eens een aios gehad die eveneens de signalen van een maagperforatie miste. Die heb ik dankzij mijn eigen ervaring op het goede pad kunnen zetten. Dit incident heeft me wel scherper gemaakt. Toch maar even een keer extra kijken voordat ik een besluit neem. Zeker aan het einde van een dienst, als de vermoeidheid toeslaat. En ook als ik niet meteen iets kan vinden. Ik ben sindsdien minder snel geneigd om te denken dat het wel goed zal zijn als ik niets kan vinden.’

 

Schijnveiligheid
‘Dat neemt niet weg dat ik in mijn loopbaan veel fouten en bijna-fouten heb gemaakt, gelukkig meestal zonder gevolgen voor de patiënt. Meestal gaat het om routinefouten bij het toedienen van medicatie, die ik ook veelvuldig tegenkwam toen ik voorzitter was van de meldingscommissie in ons ziekenhuis. Volgens protocol controleer je de ampul die is opgetrokken, om er zeker van te zijn dat je het juiste middel inspuit. Dat is een routine bij een vaste groep patiënten en dat gaat altijd goed. Maar bij de vijfentwintigste keer kijk je net iets te oppervlakkig en spuit je het verkeerde middel in. Dat loopt niet altijd goed af. Dan zie je dat die geprotocolleerde routine ook nadelen heeft. Protocollen kunnen ook een vorm van schijnveiligheid creëren. Meer mensen achter elkaar de boel laten controleren is niet de oplossing. De derde die controleert denkt al snel: ach, het is al twee keer gecheckt, het zal wel goed zijn.’

Foutloos bestaat niet
‘Je continu bewust zijn van de risico’s en alert blijven is volgens mij de enige oplossing om dit soort fouten te voorkomen. Maar helemaal voorkomen dat er dingen misgaan, kan niet. Je kunt het niet 100 procent dichttimmeren. Er zijn mensen die van risicobeheersing en risicoanalyse hun vak hebben gemaakt. Die stellen ook dat een risicovrije maatschappij een illusie is. Dat geldt ook voor de gezondheidszorg en daar zullen wij mee moeten leven.
Er is gelukkig veel veranderd. De aios hebben hun arbeidstijdenbesluit, de supervisor zit er tegenwoordig meer bovenop, we kunnen betere diagnoses stellen. De kans dat je een diagnose mist, is vele malen kleiner geworden. Maar er zijn altijd factoren waar je je niet goed op kunt voorbereiden. Je blijft als arts altijd situaties tegenkomen die nieuw voor je zijn, waarmee je voor het eerst wordt geconfronteerd. Dat is een risicofactor op zich. Foutloos je vak uitoefenen kan niet. Degene die beweert dat hij geen fouten maakt, moet je wantrouwen.’

Dit is een bewerking van een verhaal dat eerder verscheen in het boek Dit nooit meer – Artsen vertellen over hun incident van Matthijs Buikema.



Peter de Leeuw
specialiseerde zich in de interne geneeskunde en deed zijn opleiding in het Peter Bent Brigham Hospital, een opleidingsziekenhuis van de Harvard University in Boston (VS). In 1991 werd hij benoemd tot hoogleraar Interne geneeskunde aan de Universiteit Maastricht. Sinds januari 2008 is hij hoofdredacteur van het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde.

Share Button

Protocol-tunnel: € 120.000 per jaar

Hoe duur kunnen veiligheidsfouten in de zorg uitpakken? PatientVeilig.nl neemt een duik in de zorgnota’s. Deze keer: hoe stug vasthouden aan het eigen protocol ertoe kan leiden dat een fragiele chronische oudere patiënt zijn heup breekt met grote gevolgen voor hemzelf en zijn dementerende vrouw. Kosten: € 19.969 + € 60.000 per persoon per jaar!

Auteur: Carla Kramer
Fotograaf: Frank Lehman

De casus
De heer Van Swieten is een fragiele man van 86 jaar met veel chronische aandoeningen, waaronder hartfalen en diabetes mellitus. Hij heeft ook al negen jaar een pacemaker. Hij woont met zijn vrouw, die beginnende dementie heeft, nog zelfstandig. Hij komt met zijn dochter Wilma van het echtpaar, op het spreekuur van dokter Lokhorst, nefroloog (nierspecialist). Zij behandelt hem voor zijn hoge bloeddruk waar hij al dertig jaar last van heeft. Wilma vertelt dat haar vader de laatste tijd last van duizeligheid heeft, vooral in de ochtend. Laatst stond hij achter de wastafel en kon hij zich nog net op tijd vastgrijpen. Ze begrijpt dat een goede bloeddruk belangrijk is, maar is hij nu niet te laag waardoor haar vader duizelig wordt? Duizeligheid komt wel vaker voor op hoge leeftijd, zegt dokter Lokhorst. Voor de behandeling van de hoge bloeddruk van de heer Van Swieten wil zij zich aan de richtlijnen van haar beroepsvereniging houden. De heer Van Swieten moet niet te snel opstaan; dat is wel belangrijk.

Wilma van Swieten is niet echt gerustgesteld, maar dokter Lokhorst blijft bij haar beleid: ze wil geen rechtszaak van nabestaanden als het verkeerd zou aflopen, zo zegt ze. Zij streeft naar een bloeddruk van 130/70 mmHg, wat inderdaad lukt. In de spreekkamer is zijn bloeddruk uiteindelijk wel laag, maar thuis vaak nog lager. Dokter Lokhorst heeft de bloeddruk nog nooit liggend en staand gemeten om orthostatische hypotensie uit te sluiten.

Het incident
Een maand later wordt er ’s ochtends aangebeld bij de familie Van Swieten. Omdat de heer Van Swieten onder de douche is, loopt mevrouw Van Swieten naar de deur om open te doen. Hij haast zich om zich af te drogen, wordt erg duizelig, valt om en raakt met zijn zij de badkamervloer. Hij voelt iets knappen en enkele felle pijnscheuten schieten door zijn lies en been. Hij kan niet meer staan. Zijn bezoek waarschuwt de huisarts. Deze constateert al snel een gebroken heup en laat de heer Van Swieten voor operatieve behandeling opnemen in het ziekenhuis. Ook regelt zij opvang voor mevrouw.

De behandeling
De heer Van Swieten wordt opgenomen in het ziekenhuis. De operatie verloopt voorspoedig, maar daarna gaat het niet goed: hij krijgt een postoperatief delier waarbij hij zijn infuus telkens verwijderen wil en ook eenmalig de blaaskatheter uittrekt. Hij knapt ook niet op, krijgt koorts en ontwikkelt een wondinfectie van de geopereerde heup. Hij wordt veertien dagen behandeld met een intraveneus toegediend antibioticum. Daarna vertrekt hij met een vac-pomp naar het verpleeghuis ter revalidatie. De revalidatie verloopt mede door de infectie maar moeizaam en na twee maanden kan het echtpaar weer ‘samenwonen;’ meneer in een kamer in het verzorgingshuis en mevrouw verblijft dan al op de bovenste verdieping die ingericht is als verpleegafdeling.

Kassabon

0614 Bon van Swieten

[ref]Verantwoording
De naam van de heer Van Swieten is gefingeerd. Aan de reconstructie van deze casus werken mee: de financieel analisten en medisch adviseurs van de Divisie Zorg en Gezondheid van Achmea en prof. dr. S.E.J.A. de Rooij, hoogleraar geriatrie-ouderengeneeskunde, AMC/UvA, Amsterdam.[/ref]

 

De deskundige
Sophia de Rooij, hoogleraar geriatrie-ouderengeneeskunde AMC, internist ouderengeneeskunde en klinisch geriater, Amsterdam: ‘Richtlijnen zijn niet gebaseerd op onderzoek waar ouderen met vaak flinke comorbiditeit ook aan hebben deelgenomen. Richtlijnen zijn niet absoluut en hebben vaak alleen betrekking op patiënten tot 70 jaar. Het is daarom bij ouderen vaak geboden om weloverwogen van richtlijnen af te wijken.

Wat gaat er mis in dit consult? De nefroloog gaat geen gesprek aan met de heer Van Swieten of met zijn dochter: wat zijn hun zorgen en wat vinden zij belangrijk? De diverse behandelingsopties met de voor- en nadelen die daaraan verbonden zijn, worden niet besproken. Van shared decision making is in dit consult geen sprake.

Daarnaast onderschat de nefroloog het valgevaar van de heer Van Swieten; zij kijkt niet veel verder dan het deel van het medisch handelen dat zij als haar terrein beschouwt.

De medisch specialist vindt het klaarblijkelijk moeilijk om de zorgen van de mantelzorger te beantwoorden op een dusdanige manier dat zij zich gehoord voelt.Daar komt nog bij dat het zorgveld zo ingewikkeld is ingericht dat het vervolgtraject van deze patiënt zich kan voltrekken buiten het gezichtsveld van de specialist die voor dit beleid verantwoordelijk is, in dit geval de nefroloog.’


Wat kost onveilige zorg?

Wat kost onveilige zorg?
U heeft gelijk: zorgveiligheid gaat om veel meer dan geld alleen. Maar onder alle ervaringsverhalen en discussies sluimert altijd de oer-Hollandse vraag: Wat kóst dat eigenlijk? In de serie ‘Wat kost onveilige zorg?’ berekent PatientVeilig.nl de kassabon van een incident.

Share Button

Betere hygiëne met een armband?

Over handhygiëne kunnen we kort zijn: het is zeer belangrijk en de regels worden onvoldoende nageleefd. Biedt een slimme armband soelaas?

Auteur: Matthijs Buikema

Armbanden zijn toch verboden?
Ja, maar dit is een speciale. Eentje die je niet mag meenemen naar huis. Een armband met een missie!

Wat doet ‘ie dan?
De zogeheten SmartBand checkt niet alleen of je als zorgverlener je handen hebt gewassen volgens de richtlijnen van de WHO. Hij laat je ook weten wanneer het weer tijd is om ze onder de kraan of alcoholdispenser te houden.

Oei, dat klinkt nogal controlerig!
Misschien wel, ja, maar volgens de makers moet het met hun armband vooral makkelijk worden om op gezette tijden je handen te wassen en de juiste wasprotocollen te volgen.

Hoe werkt het?
De Smartband bevat een ontvanger voor RFID (Radio Frequency Identification). Met deze techniek is het niet alleen mogelijk om voorwerpen en personen te traceren, maar ook om bepaalde handelingen te registreren. Aan de hand van allerlei strategisch gekozen RIFD-punten (SmartTags) in de instelling meet de armband wanneer en waar je voor het laatst je handen hebt gewassen en geeft vervolgens aan wanneer dat juist nodig is. Bijvoorbeeld voor contact met een patiënt aan het bed of het verwisselen van een infuusnaald. Trilt de armband drie keer, dan weet je dat het tijd is om een badkamer of toilet op te zoeken. De band kan zelfs een seintje geven wanneer je onvoldoende tussen je vingers wast of het protocol niet zorgvuldig naleeft.

Klinkt… tja, handig
Het bandje herinnert vergeetachtige zorgverleners continu aan de handen-wasprotocollen. Als alle medewerkers zo’n armband dragen, wordt het bovendien mogelijk te kijken of de handen-wasprotocollen goed worden nageleefd en waar verbetering nodig is. Misschien dat de regels op een bepaalde plek nog niet helemaal duidelijk zijn, of zijn er onvoldoende wasbakken en alcoholdispensers. Het monitoren van het hygiënegedrag is een van de vijf hoofdaanbevelingen van de WHO, maar dat was tot op heden vrij lastig te meten.

[ref]0614 SmartBand[/ref]

Je kunt er dus ook op worden afgerekend?
Inderdaad. Deze slimme armband houdt precies jouw hygiënegedrag bij tijdens een dienst. Aan het einde van de week of maand kun je een daarvan overzicht krijgen met eventuele aanbevelingen om het voortaan beter te doen. Of een laatste waarschuwing…

Wat kost het?
Het SmartBand-systeem is volgens de producent zeer kosten-effectief: als het één MRSA-uitbraak kan voorkomen, heeft u de investering er al uit. Wat u nodig hebt is een X-aantal Smartbands (bedrag onbekend) en een paar duizend SmartTags (á € 0,20). Het systeem is betrekkelijk eenvoudig te installeren (plakken) en werkt zelfstandig, dus aanpassingen op de bestaande ICT of kwetsbare wifi-verbindingen zijn niet nodig.


Share Button

Op stap met de undercover nurse

Je voorbereiden op een audit is er bij de Undercover Nurse niet bij. Onaangekondigd staan de auditoren van het Care & Quality Institute op de stoep. Om systematisch te toetsen of je afdeling inspectieproof is. ‘En dan gaat het er vooral om wat we aan het bed zien. Gaan daar dingen fout, dán duiken we in de processen – niet andersom.’

Auteur: Karin Bos

Klik-klak-klik-klak. Om zeven uur ‘s ochtends, vlak voor de overdracht, klinken onze hakken hard door de stille gang van verpleeghuis Weidesteyn, onderdeel van Zorgpalet in Hoogeveen. ‘Ah, de mystery gasten’, worden we begroet door de verzorgende van de afdeling Herstelzorg. Erg undercover zijn we blijkbaar niet. Maar nurse zijn Hanneke Toebes en Rianne Gorkink wel. En onverwachts is de audit ook.

‘Vandaag? Net nu we op deze etage maar met z’n vieren zijn, waarvan twee stagiairs!’ De afdeling haalde eerder dit jaar het Undercover Nurse keurmerk en wist dat het herhaalbezoek eraan zat te komen, maar wanneer was geheim. De consternatie duurt niet lang. Daar is ook geen tijd voor. Om exact half acht begint de overdracht. Hanneke noteert bij welke voorbehouden handelingen ze wil meekijken op de vierde etage. Rianne gaat hetzelfde doen, maar dan op de andere unit. De audit is begonnen.

‘Vorige keer was dit ook een knelpunt, terwijl het probleem met een flesje alcohol op de kar is opgelost’

Onfris
Op het programma van de vierde etage staan vanochtend zwachtelen, sondevoeding, de passieve lift en het verwijderen van hechtingen. Maar we lopen eerst met een van de twee verpleegkundigen mee naar de afgesloten medicijnkamer. Hanneke kijkt de laatjes na, bestudeert houdbaarheidsdata en pakt er een onfrisse inhalator bij. Wordt die wel meegenomen in het schoonmaakproces? De verpleegkundige moet het antwoord schuldig blijven. Afgetekend is de inhalatie in ieder geval niet. Of de reiniging in het medisch dossier is geborgd, is ook de vraag.

Een andere doorn in Hanneke’s oog is de medicijnstamper. Na gebruik wordt die met een papieren zakdoekje afgeveegd. De richtlijn is dat de stamper met water en alcohol wordt gereinigd, niet met een droog doekje. De ervaren verpleegkundige staat er wat bedremmeld bij. ‘Ik wil je alleen maar helpen’, zegt Hanneke bemoedigend. En ze legt uit dat je niet het risico mag lopen dat iemand anders restanten van het medicijn binnenkrijgt. ‘Vorige keer was dit ook een knelpunt op de afdeling’, vertelt Hanneke terwijl we de verpleegkundige volgen naar een meneer die gezwachteld gaat worden. ‘Terwijl, een flesje alcohol op de kar en het probleem is opgelost.’

Strenger
Hanneke geeft bij audits altijd meteen aan wat ze ziet. Dat beklijft beter dan wanneer medewerkers het pas later in het rapport lezen. ‘De tweede keer zijn we ook strenger op zaken die we opnieuw tegenkomen. Het komt voor dat afdelingen bij de eerste audit het keurmerk wel halen, maar bij het herhaalonderzoek te weinig met bepaalde verbeterpunten hebben gedaan – die dan zwaarder kunnen worden aangerekend. De ervaring leert dat ongeveer 60 procent van de door ons bezochte afdelingen het Undercover Nurse keurmerk haalt.’

0614 nurse undercover

De aanpak van de Undercover Nurse is bewust anders dan die van andere auditoren. ‘Wat heb je eraan als je van tevoren weet dat we komen en welke dossiers we gaan bekijken? Die ene dag goed presteren zegt niets. Je moet continu een bepaald niveau aanhouden. Alleen dan ben je

inspectieproof

Zorgpalet toont met het Undercover Nurse keurmerk aan dat het per individuele afdeling beschikt over kwaliteit van zorg, volgens de landelijk gestelde richtlijnen. Instellingen bepalen zelf welke afdelingen worden getoetst. Bij positief resultaat volgt opname van de afdeling in het Care & Quality Register. Het Undercover Nurse keurmerk is 1 jaar geldig. In die periode vinden twee ongeplande audits plaats.

en weet je dat je de kans op een ondertoezichtstelling minimaliseert. Want op negatieve tariefkortingen, noodgedwongen naamsverandering of een fusie zit geen enkele instelling te wachten. Zeg nou zelf: zou jij ook niet verpleegd willen worden in een organisatie die de deuren durft open te zetten voor externe toetsing van kwaliteit van zorg? Dit is volgens mij de juiste wijze om met kwaliteit van zorg op de werkvloer om te gaan.’

Zenuwachtig
Maar niet alleen het onverwachte maakt de aanpak van de Undercover Nurse anders. ‘We duiken niet in de boeken om af te vinken of processen op orde zijn. We oordelen aan het bed, op de gang, in de keuken. Zien we dat zaken niet lekker lopen, dán gaan we op zoek naar oorzaken. En vragen we gericht naar bepaalde dossiers en processen. Niet eerder.’

Als we de cliëntenkamer binnenlopen, stokt ons gesprek. Stil kijken we toe hoe de stagiaire begint met zwachtelen, onder toezicht van de verpleegkundige. Zenuwachtig wordt ze wel, van al die op haar gerichte ogen. De verpleegkundige stuurt af en toe bij. Ondertussen let Hanneke op de wijze van zwachtelen, maar ook op bejegening, hygiëne, privacy en veiligheid.

Een losliggend kleedje op de vloer, het wel of niet aanbieden van pantoffels… niets ontgaat de Undercover Nurse. Maar ze legt niet alleen de vinger op de zere plekken. ‘Goed hoor, dat je de stagiaire helpt om hier ervaring mee op te doen. Ondanks alle drukte.’ Even lichten de ogen van de verpleegkundige op. Mooi dat ook de goede dingen direct worden benoemd. En waarom ook niet? Op deze afdeling gaan heel veel zaken gewoon goed.

Verbeteringen
Wanneer we met de andere verpleegkundige meelopen naar de medicijnkamer, is Hanneke blij om te zien dat de bevoorrading van

opiaten

Opiaten zijn stoffen die uit opium worden gewonnen: morfine, codeïne, heroïne en thebaïne. Behalve opiaten zijn er ook een aantal chemisch gemaakte stoffen, die een vergelijkbare werking hebben. Deze worden ook vaak opiaten genoemd.

is verbeterd. Sinds de vorige audit wordt de voorraad voor de komende 24 uur elke middag op de afdeling aangevuld. ‘Wordt er bij verstrekking door twee medewerkers afgetekend?’ vraagt Hanneke en ze kijkt mee op de opiatenlijst. Dit gebeurt nog door één persoon. ‘Dat is niet volgens de landelijke norm’, zegt Hanneke. ‘Dat moet met z’n tweeën. Dubbele registratie bij verstrekking is noodzakelijk, zodat je kunt aantonen dat de juiste hoeveelheid is toegediend en er geen misbruik is gemaakt. Dus gecheckt door vier ogen en vastgelegd met twee parafen.’

Maar een verbetering is het en dat vertelt Hanneke even later ook aan Rianne tijdens een korte tussentijdse evaluatie. Rianne geeft aan dat er weinig voorbehouden handelingen zijn vandaag, terwijl Hanneke maar twee verpleegkundigen heeft om te volgen. Maar de undercover nurses kunnen bijna in elke situatie hun werk doen. ‘Het gaat er juist om dat men ook op “ongewone” dagen aan de normen voldoet. Onregelmatigheden halen we er sowieso wel uit – op welke dag dan ook. En zien we dat de zorg echt tegen de richtlijnen ingaat, dan roepen we altijd even de ander erbij. Ter bevestiging.’

‘Als ik dingen waarneem die niet volgens de landelijke richtlijnen gaan, wil ik weten waar het ‘m in zit: in kennis, kunde of in gedrag?’

Dossieronderzoek
Terug op de vierde werpt Hanneke een blik in de koelkast van de keuken. Wat ze ziet valt niks mee. Er zijn stickers om te vermelden op welke dag een verpakking is geopend en wanneer etenswaren de vuilnisbak in moeten. Lang niet iedereen lijkt ze te gebruiken. Minpuntje dus. Zeker omdat het vorige keer ook niet goed voor elkaar was. En minpuntjes worden een tweede keer zwaarder beoordeeld.

We kijken nog even bij het toedienen van sondevoeding en bij de passieve lift om een meneer op de been te krijgen. Het verwijderen van de hechtingen krijgen we deze keer niet mee. Door alle drukte schuift dat vandaag op naar de middag. ‘Geeft niets. Dan gaan we gewoon door met de dossiers.’ En samen met een verpleegkundige sluiten we ons op in de overdrachtskamer.

‘Graag een dossier van iemand met de bedhekken omhoog, iemand die tijdens het verblijf hier is gevallen en iemand die een inhalator gebruikt’, begint Hanneke. Ze weet precies wat ze wil zien, vertelde ze eerder op de ochtend al. ‘Als ik dingen waarneem die niet volgens de landelijke richtlijnen gaan, wil ik weten waar het ‘m in zit: in kennis, kunde of in gedrag. Staan de bedhekken bijvoorbeeld omhoog, dan moet je registreren dat de cliënt dit zelf wil. Anders is het vrijheidsbeperking.’

“Valrisico bekend” vinden we uiteindelijk in de zorgkaart terug, maar over toestemming niets. ‘Heb je nog een andere cliënten met de bedhekken omhoog voor me?’

Keurmerkwaardig
Zo raakt Hanneke, schijnbaar willekeurig, de belangrijkste knelpunten van de audit aan die volgens een vaste methodiek verloopt. Samen met de verpleegkundige kijken we hoe en waar afspraken zijn vastgelegd. Dat is soms nog flink zoeken in het digitale dossier. Daarnaast worden standaardvragen beantwoord. Hebben jullie een MDO-planning, zijn er geschoolde BHV’ers. Kun je dat aantonen?

Hanneke weet genoeg. Samen met Rianne maakt ze haar rapport op, dat ze na de lunch toelicht aan alle medewerkers van de twee etages. Om te beginnen met een waslijst aan positieve punten. Zo scoren bijvoorbeeld de bejegening, overdracht, het stimuleren van zelfredzaamheid, valpreventie, risicosignalering en het geven van voorlichting heel goed. Kritiek is er ook. Onder andere op medicatie, hygiënisch werken en de naleving van HCCP-richtlijnen. Maar al met al: keurmerkwaardig! Er gaat een zucht van verlichting door de club. ‘En nu borgen wat je hebt en doorgaan met het maken van de verbeterslag’, zegt Hanneke. ‘Goed gedaan!’ feliciteert Hanneke de afdeling. ‘Tot de volgende keer!’ En klik-klak-klik-klak, daar gaan de undercover nurses weer, op naar een certificaatuitreiking een paar kilometer verderop. Het is een geslaagde dag voor Hoogeveen.


Share Button

GGZ Oost-Brabant wint ZorgVeiligPrijs 2014

GGZ Oost Brabant heeft met het initiatief ‘Gangmakers en veiligheidsoverleggen’ de IGZ ZorgVeiligPrijs 2014 gewonnen. Het initiatief van GGZ Oost-Brabant laat volgens de jury zien waar het om gaat en draait in de gezondheidszorg: een cultuur waar veilige menslievende zorg wordt geboden en waarin wordt geleerd van elkaar. PatientVeilig.nl sprak de winnaar én de andere twee genomineerden.

Auteur: Monique Hurkmans

Gangmakers & veiligheidsoverleggen
GGZ Oost-Brabant geeft gangmakers alle ruimte om medewerkers in beweging te krijgen en zo de veiligheid te verbeteren. Dat werkt volgens Patricia Sterken (41)
, coördinator programma veiligheid
, heel aanstekelijk. ‘Er staan steeds meer gangmakers uit de lokale zorggroepen op die ervoor willen gaan.’

0414GGZ Oost-Brabant‘Begin 2009 zijn we in het klein een programma veiligheid gestart. Tijdens de eerste Andersdag vonden Uit- de- kast-sessies plaats waarin medewerkers fouten uit hun carrière konden delen. Achteraf gezien een bijzonder startsein. Het gaat om bewustwording: herken risico’s en incidenten, meld ze, praat erover, leer ervan.

De geestelijke gezondheidszorg is anders dan de zorg in ziekenhuizen. Fouten van medewerkers zijn moeilijker herkenbaar. Bij incidenten met agressie hoor je vaak “Het ligt allemaal aan de patiënt”. Maar wat gaat eraan vooraf? Hoe kun je agressief gedrag voorkomen? Als je bepaalde signalen niet opvangt, groeit de irritatie bij de patiënt. De eerste vijf minuten van een contact zijn essentieel voor hoe het verder zal gaan verlopen.

We zijn een plattelandsorganisatie met 2400 medewerkers en meer dan honderd locaties. Via centrale regiegroepen, programmagroepen en lokale zorggroepen staat het onderwerp veiligheid stelselmatig op de agenda. Alle leidinggevenden zijn gangmakers. Het bewustzijn verspreidt zich als een olievlek over de organisatie. Concrete projecten als Veilig Incident Melden, Medicatieveiligheid en Suïcidepreventie doen het besef groeien. Als medewerker ben je (deels) verantwoordelijk voor de patiëntveiligheid.

Ik ondersteun de programmadirecteur Veiligheid en de geneesheer-directeur. Waar we voorheen snoeihard moesten trekken, ontstaan nu in de zorggroepen zelf spontaan initiatieven. Zoals iedere week een half uur bij elkaar komen om veiligheidsthema’s af te stemmen. Van een rondje over de afdeling om te kijken of de brandmelders niet zijn afgedekt tot een risico-inventarisatie van nieuwe werkwijzen. Dat zijn de gangmakers die letterlijk opstaan en ervoor willen gaan. Zo wordt de ‘veilige en menslievende zorg die je je familie gunt’ steeds concreter.


Oefening baart veiligheid
Wekelijks trainen zorgt voor duidelijke structuur en heldere communicatie in acute situaties. Dat is de ervaring van Irene de Graaf (47) en Mia Martens (40) , chef-de-Clinique Verloskunde en Senior verpleegkundige kwaliteit en innovatie in het 
Academisch Medisch Centrum Amsterdam. ‘Feedback geven en krijgen gewoon is geworden. Hierdoor wordt het werk leuker en de teamgeest beter.’

_C106908b‘Sinds eind 2012 houden we iedere vrijdagmiddag een training op de afdeling Verloskunde. De trainingen vinden plaats tijdens het overdrachtsuur van de dag- en de avondploeg, waardoor het werk op de afdeling gewoon kan doorgaan. We oefenen complicaties die kunnen ontstaan bij hoge bloeddruk, hevige bloedingen en andere spoedsituaties. Ook spelen we wel eens een waargebeurde calamiteit na. Waar kunnen de puntjes op de i? Wat kunnen we ervan leren? Kan het ons helpen bij het verwerken?

Aanleiding was de opvang na een incident waarbij het te lang duurde voordat adequate hulp werd geboden. Incidenten kun je niet voorkomen. Hoe je handelt, is wel te trainen. Een calamiteit kan verlammend werken. Door wekelijks te oefenen weet iedereen nu precies wat er moet gebeuren en welke taak hij of zij heeft. Hierdoor los je situaties sneller en zonder paniek op en neemt de patiëntenveiligheid toe.

Samen zijn we de motor van dit initiatief. In het begin hadden mensen op vrijdagmiddag weinig zin. “Moeten we weer zo’n toneelstukje spelen?” Achteraf is iedereen blij en positief. De kunst zit niet zozeer in het “spelletje”, maar vooral in de nabespreking. Het team wijst zelf verbeterpunten aan waardoor de communicatie enorm is verbeterd. Feedback geven en krijgen is gewoon geworden. Hierdoor wordt het werk leuker en de teamgeest beter.
Laatst kregen we een mooi compliment van een stagiaire uit een ander ziekenhuis. Na de opvang van een onverwacht slecht kind vroeg ze: “Was het kind niet zo slecht dan? Iedereen bleef zo rustig, er leek wel niks aan de hand. In mijn ziekenhuis begint iedereen door elkaar te schreeuwen.” Het werkt dus echt.’


De operatiekamer-cockpit

Het waarborgt en verbetert de veiligheid op de OK, waardoor incidenten en complicaties worden verlaagd. Dat is volgens Frans Faber (54), hoofd OK en polikliniek Pijnbestrijding
 in het Antonius Ziekenhuis Sneek, de kracht van de OK-cockpit. 
‘Kwaliteit is weer iets van medewerkers geworden, in plaats van managers.’

Cockpit ptv‘In de periode 2008-2012 is landelijk een Veiligheidsprogramma (VMS) voor ziekenhuizen ingevoerd. Onderdeel hiervan is het voorkomen van wondinfecties na een operatie. Denk aan hygiënediscipline (waaronder het aantal deurbewegingen), antibiotica vóór de ingreep (15-60 minuten), niet vooraf ontharen en lichaamstemperatuur van de patiënt (36-38°C).

Hoe krijg je een grote groep professionals enthousiast dit allemaal uit te voeren?

 Uit rapportages bleek dat het aantal deurbewegingen te hoog was. “Oh, natuurlijk, zullen we voortaan op letten.” Maar er kwam geen verbetering, omdat we op de werkvloer niet zagen wat er precies gebeurde.

Daarom hebben we de OK-cockpit ontwikkeld. Een dashboard waarop alle belangrijke informatie zichtbaar is. Realtime. Juiste patiënt? Juiste operatie? Iedereen aanwezig? Alle parameters in orde? Na afloop verschijnt een “rapportcijfer patiëntveiligheid” op het scherm. “Yes, we hadden een 10.” Of “Hè, waarom maar een 6?”

Zo is bijvoorbeeld het voorschrijfsysteem voor antibiotica vereenvoudigd. Verder hangt vóór de deur van de OK een klein scherm met soort operatie, duur en aantal deurbewegingen. Norm is vier keer per uur, bij een prothese zelfs nul. Iemand kan nu besluiten nog even vijf minuten te wachten met naar binnengaan.

Mensen zijn nieuwsgierig, enthousiast. Teamleden gaan elkaar aanspreken op gedrag. Er ontstaat een gezonde onderlinge concurrentie. Iedereen wil natuurlijk een zo goed mogelijk cijfer halen. Naast hoofd van de OK ben ik tevens verantwoordelijk voor het kwaliteitsbeleid. Kwaliteit is hiermee van medewerkers in plaats van managers geworden. De OK cockpit levert echt iets op. Ik zie dat hij wordt gebruikt en dat we er verbeterslagen mee kunnen maken.’



ZorgVeiligPrijs

De IGZ ZorgVeiligPrijs wordt dit jaar voor de zesde keer uitgereikt, tijdens het Veiligheidscongres op 19 juni in Rotterdam. De prijs is bedoeld voor het beste initiatief op het gebied van patiënt- en cliëntveiligheid in de zorg. De winnaar ontvangt een kunstwerk en de drie genomineerden krijgen een certificaat uitgereikt.

Share Button

Wie zorgt er voor de dokter?

Na een medisch incident hoort de aandacht allereerst naar het slachtoffer en de familie te gaan. Maar wie heeft er oog voor de zorgverlener?

 

Auteur: Gerda Zeeman

Ongeveer 16 op de 1000 patiënten die in een Nederlands ziekenhuis worden opgenomen krijgen te maken met potentieel vermijdbare schade die leidt tot tijdelijke of permanente beperkingen, een langer durende opname of onverwacht overlijden. Natuurlijk moet de eerste aandacht van de betrokken zorgverlener en ziekenhuisorganisatie gaan naar de gedupeerde patiënt en diens familie. Deze heeft recht op tijdige, open en volledige informatie over de oorzaak en de mogelijke gevolgen van het incident.

Maar hoe staat het met de betrokken zorgverlener? Onverwachte uitkomsten in de patiëntenzorg laat hem of haar bepaald  niet onberoerd. De impact wordt nog groter wanneer er sprake is van een officiële klacht en/of tuchtzaak, nagenoeg altijd een emotioneel beladen en intimiderende

ervaring.

Lees het verhaal waarin een arts openhartig vertelt over de impact van een tuchtzaak.

 

Cognitieve en gedragsmatige reacties en copingstijlen hebben op hun beurt weer een directe impact op de interactie met collega´s en de patiëntenzorg. Ineffectieve copingstijlen kunnen een constructief, maar vaak ook een nadelig, effect hebben op het professioneel handelen en de kwaliteit van zorg.

Depressie
Persoonlijke gevolgen van een medisch incident voor de zorgverlener bestaan uit spanning, angst, depressie en vaak grote twijfel over de eigen professionele bekwaamheid. Posttraumatische stress stoornis, schaamte , schuldgevoelens, slaapstoornissen, verlies van zelfvertrouwen, (dreigende) burn-out en ook suïcide zijn reële gevolgen. Naar schatting krijgt meer dan de helft van de zorgverleners vroeg of laat te maken met een of meerdere van deze symptomen. Er kan angst voor (tuchtrechterlijke) maatregel en de professionele reputatie bestaan en angst een volgende fout te maken. Meer dan 10 procent van de zorgverleners overweegt uit het vak te stappen na een ernstig incident.

0614dokter aangeklaagd

Zorgverleners zijn over het algemeen niet gewend uitdrukking te geven aan de emotionele impact die zij ervaren, de spanning die leeft om het verdriet, en de eventuele boosheid, van de gedupeerde patiënt weer onder ogen te zien. Gevoelens van eenzaamheid en isolement gaan dan gepaard met het in stilte lijden binnen de muren van het ziekenhuis. De angst om afgerekend te worden kan betekenen dat men zich terugtrekt en leiden tot disfunctioneren met alle gevolgen van dien. Comfort van familieleden of een nabije collega kan de spanning verminderen, maar dat is meestal niet afdoende. Waar de directe collega´s, klachtenbemiddelaar of advocaat  hoofdzakelijk bezig zijn met het zo goed mogelijk laten verlopen van de klachtenprocedure, zijn de gevoelens van de zorgverlener over het algemeen geen onderwerp van gesprek. Dat is nogal vreemd als je bedenkt  dat de emotionele impact op de individuele zorgverlener uiteindelijk het succes en de patiëntveiligheid van de zorgorganisatie in hoge mate  beperkt.

Meer dan 10 procent van de zorgverleners overweegt uit het vak te stappen na een ernstig incident

Opvang
Mijn ervaring is dat de impact van medisch incidenten op de zorgverlener zelf flink wordt onderschat. Managers, bestuurders en zorgverleners staan nog onvoldoende stil bij de mogelijkheden om de (im)materiële impact van incidenten te minimaliseren. De ondersteuning die beschikbaar is voor zorgverleners na betrokkenheid bij een medisch incident of bij (dreiging van) een klacht is nog sterk afhankelijk van de setting waarin hij of zij werkt. Slechts een enkele zorgorganisatie werkt momenteel aan een aanpak voor de opvang van zorgverleners na een incident.

Het is de hoogste tijd voor een meer structurele vorm van (h)erkenning van de persoonlijke nasleep en inherente professionele gevolgen van onverwachte gebeurtenissen in de patiëntenzorg. Dat zou een inherent onderdeel moeten zijn van kwaliteitsbevorderende maatregelen in maatschappen en andere werkverbanden maar ook in ziekenhuisorganisaties en medische beroepsverenigingen. Want de vaardigheid om in alle openheid en zonder terughoudendheid de gedupeerde patiënt en zijn familie tegemoet te treden, helpen de zorgverlener bij een goede verwerking. Ook een zorgverlener moet kunnen rekenen op een veilige haven en een respectvolle bejegening na een medisch incident. Daarin ligt de sleutel voor het oplossen van knelpunten in de patiëntenzorg en het herstel van vertrouwen.


Gerda Zeeman is gepromoveerd gynaecoloog en werkte in binnen- en buitenland in perifere en academische ziekenhuizen. Ze traint en coacht nu individuele dokters en medische teams en begeleidt zorgprofessionals bij de verwerking van medische incidenten.

Share Button